ECLI:NL:CRVB:2013:1310
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.J. Schaap
- W.H. Bel
- G. van Zeben-de Vries
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de omvang van huishoudelijke hulp onder de Wmo en de rol van voorliggende voorzieningen
In deze zaak gaat het om de vraag of de omvang van de toegekende huishoudelijke hulp aan appellante voldoet aan het compensatiebeginsel zoals vastgelegd in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Appellante, die lijdt aan het syndroom van Asperger en daardoor ernstig beperkt is in haar zelfredzaamheid, heeft een persoonsgebonden budget (pgb) van 1 uur en 30 minuten per week voor huishoudelijke hulp toegewezen gekregen. Dit besluit is door het college van burgemeester en wethouders van Sneek genomen en later door de rechtbank Leeuwarden bevestigd. Appellante is van mening dat deze hoeveelheid hulp onvoldoende is om haar huishouden op een acceptabele manier te kunnen draaien, vooral gezien haar psychische beperkingen die intensieve begeleiding vereisen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 31 juli 2013 behandeld. De Raad heeft vastgesteld dat het aan appellante toegekende pgb voldoet aan het compensatiebeginsel. De Raad heeft daarbij de rol van voorliggende voorzieningen, zoals de zorgzwaartepakketten (ZZP) en andere ondersteunende diensten, in overweging genomen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de voorliggende voorzieningen, waaronder de boodschappenservice en maaltijdenservice, voldoende ondersteuning bieden, en dat appellante in staat is om de meeste huishoudelijke taken zelf uit te voeren, zij het met enige begeleiding.
De Raad heeft geconcludeerd dat de omvang van de toegekende huishoudelijke hulp in overeenstemming is met de Wmo en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, waarmee de beslissing van het college om het pgb toe te kennen is gehandhaafd. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.