ECLI:NL:CRVB:2013:1241
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de adequaatheid van een scootmobiel in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Leeuwarden. De zaak betreft een appellante die beperkingen ondervindt door een orthopedische aandoening en een zenuwstelsel aandoening, en die een scootmobiel met vijf wielen had aangevraagd op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland had deze aanvraag afgewezen en in plaats daarvan een elektrische rolstoel toegekend, omdat de huidige scootmobiel niet voldeed aan de veiligheidseisen. De rechtbank had het beroep van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat haar huidige scootmobiel niet langer adequaat is. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder het advies van SCIO Consult en informatie van de leverancier van de scootmobiel. De Raad concludeert dat de huidige scootmobiel voldoet aan de eisen van snelheid en veiligheid, en dat appellante onvoldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat de scootmobiel onveilig is. De Raad bevestigt daarmee de eerdere uitspraak van de rechtbank.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen benadrukt dat het college van burgemeester en wethouders verantwoordelijk is voor het bieden van adequate voorzieningen ter compensatie van beperkingen, maar dat de huidige scootmobiel van appellante aan deze eisen voldoet. De uitspraak eindigt met de bevestiging van de eerdere beslissing zonder veroordeling in proceskosten.