ECLI:NL:CRVB:2013:1185

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 juli 2013
Publicatiedatum
30 juli 2013
Zaaknummer
12-2934 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkverklaring verzoek om herziening wegens niet-betaling griffierecht

Op 23 juli 2013 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 12-2934 WAO-V. Het betreft een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad, waarin het verzoeker niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De verzoeker, woonachtig in Marokko, had in verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een andere beoordeling van zijn situatie. De Raad ontving het griffierecht pas op 13 mei 2013, wat na de gestelde termijn was. Hierdoor bleef de niet-ontvankelijkverklaring in stand. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen, en het te laat betaalde griffierecht van € 115,- zal aan de verzoeker worden terugbetaald. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, met T.G.M. Simons als voorzitter en D.W.M. Kaldenhoven als griffier. Tijdens de zitting was er niemand aanwezig.

Uitspraak

12/2934 WAO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, in verbinding met artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet, op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 23 maart 2012, 10/5736
Partijen:
[Verzoeker] te[woonplaats], Marokko (verzoeker)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is niemand verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 in verbinding met artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 16 november 2012 heeft de Raad het verzoek om herziening van verzoeker niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
Verzoeker heeft in verzet geen feiten of omstandigheden aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest. Een brief van 13 december 2012 van verzoeker waarbij het bedrag van het griffierecht zou zijn ingesloten is bij de Raad niet ontvangen. Eerst op 13 mei 2013 heeft de Raad het griffierecht ontvangen. Dit is (ruim) na afloop van de gestelde termijn.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Het bedrag van het te laat betaalde griffierecht (€ 115,-) zal door de griffier van de Raad aan appellant worden terugbetaald.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale) déclare le recours non fondé

CVG