ECLI:NL:CRVB:2013:1160
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Wolleswinkel
- Rechtspraak.nl
Vordering tot proceskostenveroordeling in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep op 25 juli 2013 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, de Commandant Luchtstrijdkrachten, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 5 april 2011. Tijdens de zitting op 11 juli 2011 heeft verzoeker het verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken, onder de voorwaarde dat de behandeling van het hoger beroep versneld zou plaatsvinden. Na de intrekking heeft betrokkene, vertegenwoordigd door mr. P. Reitsma, verzocht om verzoeker te veroordelen in de proceskosten die hij heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker het verzoek om voorlopige voorziening heeft ingetrokken en dat er een verzoek tot proceskostenveroordeling is ingediend. De voorzieningenrechter heeft daarbij artikel 21a van de Beroepswet en artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht in overweging genomen. Gezien de omstandigheden en de rechtspraak heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat verzoeker in de kosten van betrokkene moet worden veroordeeld. De kosten zijn begroot op € 472,-- voor verleende rechtsbijstand, conform het Besluit proceskosten bestuursrecht.
De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzieningenrechter en de griffier. De beslissing houdt in dat verzoeker wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan betrokkene, wat een belangrijke uitspraak is in het kader van bestuursrechtelijke procedures en de kostenveroordeling.