Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. De appellant, die een WIA-uitkering had aangevraagd, was het niet eens met de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om zijn aanvraag te weigeren. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat de verzekeringsgeneeskundige beoordeling die aan de weigering ten grondslag lag, zorgvuldig was uitgevoerd. De rechtbank concludeerde dat er geen aanwijzingen waren voor een ernstige psychiatrische stoornis bij de appellant op de relevante datum, 24 januari 2011.
In hoger beroep herhaalde de appellant zijn standpunt dat zijn medische beperkingen niet goed waren ingeschat en dat hij niet in staat was om de hem voorgehouden functies te vervullen. Hij voerde aan dat de voorbeeldfuncties niet passend voor hem waren en bracht nieuwe medische informatie in. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat er geen aanleiding was om de medische grondslag van het bestreden besluit te betwisten. De Raad onderschreef de motivering van de rechtbank en stelde vast dat de nieuwe medische gegevens geen betrekking hadden op de toestand van de appellant op de datum in geding.
De Raad concludeerde dat de beoordeling van de arbeidsongeschiktheid in het kader van de WIA op een andere manier plaatsvindt dan in het kader van de ZW. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek van de appellant om schadevergoeding af. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak benadrukt het belang van de medische beoordeling en de relevantie van de datum waarop de arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld.