Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart de beroepen tegen de besluiten van 19 augustus 2011 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de besluiten van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) met betrekking tot de herziening en terugvordering van een AOW-toeslag. De zaak betreft een betrokkene die in 2007 een AOW-uitkering en toeslag ontving, waarbij de Svb aanvankelijk rekening hield met de inkomsten van de echtgenote van betrokkene. Na meldingen van wijzigingen in de werkstatus van de echtgenote, heeft de Svb de toeslag herzien en een terugvordering ingesteld van onverschuldigd betaalde toeslag over een periode van meerdere jaren. Betrokkene heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, wat leidde tot een rechtszaak. De rechtbank heeft de besluiten van de Svb vernietigd en zelf in de zaak voorzien door de herziening en terugvordering te beperken. De Svb heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat de rechtbank het beleid van de Svb onjuist had toegepast.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat betrokkene redelijkerwijs niet had kunnen onderkennen dat hij teveel toeslag ontving. De Raad oordeelde dat de Svb het beleid consistent had toegepast en dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien. De Raad vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde de beroepen tegen de besluiten van de Svb ongegrond. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de Svb om terugvorderingen te doen in geval van onverschuldigd betaalde toeslagen, tenzij er sprake is van dringende redenen, wat in dit geval niet was aangetoond.