Uitspraak
OVERWEGINGEN
b. beoordeling van de vraag of in de in geding zijnde perioden redelijkerwijs van betrokkene kan worden verlangd het in de woning gebonden vermogen te gelde te maken, te bezwaren of verder te bezwaren;
c. vaststelling van de hoogte van het vermogen van betrokkene in de perioden in geding;
d. vaststelling van het recht op bijstand van betrokkene in de perioden in geding.
In artikel 20, derde lid, van de Abw is bepaald dat van het vermogen gebonden in de woning met bijbehorend erf buiten beschouwing blijft:
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen tussenuitspraak en de aangevallen einduitspraak;
- veroordeelt appellant in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 944,-;
- bepaalt dat van appellant een griffierecht van € 454,- wordt geheven.