ECLI:NL:CRVB:2013:1013
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand wegens gebrek aan medewerking en bewijsvoering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 juli 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Groningen. De appellant had op 28 oktober 2011 een aanvraag voor bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend. Het college van burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer had de aanvraag afgewezen omdat de appellant geen medewerking had verleend aan noodzakelijke huisbezoeken en geen bewijs had geleverd van huurbetalingen en huurachterstand. De appellant had op meerdere momenten niet gereageerd op de uitnodigingen voor huisbezoeken, wat leidde tot onduidelijkheid over zijn woon- en verblijfplaats.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. In hoger beroep voerde de appellant aan dat hij bereid was mee te werken aan een huisbezoek, maar dat de kennisgevingen van het college te kort van tevoren waren gedaan. De Raad overwoog dat het aan de appellant was om de feiten en omstandigheden aan te tonen die nopen tot inwilliging van zijn aanvraag. De Raad concludeerde dat de appellant zijn medewerkingsverplichting had geschonden door niet op de uitnodigingen te reageren en dat het college de aanvraag terecht had afgewezen.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van medewerking aan het onderzoek van de bijstandsaanvraag en de noodzaak voor aanvragers om tijdig en adequaat te reageren op verzoeken van de gemeente.