ECLI:NL:CRVB:2012:BY7762
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard na volledige tegemoetkoming door Uwv
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. P.H. Burger, hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) inzake haar WAO-uitkering. De Centrale Raad van Beroep heeft op 19 december 2012 uitspraak gedaan. Appellante ontving sinds 28 september 1994 een WAO-uitkering, die op 30 maart 2009 werd herzien naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 25 tot 35%. Appellante heeft op 1 november 2012 aangegeven het eens te zijn met een percentage van 80 tot 100% en verzocht om haar beroep gegrond te verklaren en het Uwv te veroordelen tot vergoeding van kosten gemaakt voor een revalidatiearts.
Het Uwv heeft in reactie op de verzoeken van appellante een nieuw besluit genomen, waarbij het volledig tegemoetkwam aan haar verzoeken. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv met dit besluit volledig aan de wensen van appellante voldeed, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De Raad heeft het Uwv wel veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellante, die in totaal € 2.247,80 bedragen, inclusief griffierechten.
De uitspraak is gedaan door H.G. Rottier, met P. Boer als griffier, en is openbaar uitgesproken. De Raad heeft de zaak behandeld zonder een nadere zitting, omdat partijen hiermee instemden. De uitspraak volgt op een eerdere ongegrondverklaring van het beroep door de rechtbank Utrecht op 9 augustus 2010.