ECLI:NL:CRVB:2012:BY6804
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vaststelling eigen bijdrage voor verblijf in een instelling onder de AWBZ
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 december 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. De zaak betreft de vaststelling van de eigen bijdrage voor zorg met verblijf, zoals geregeld in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De betrokkene, vertegenwoordigd door haar echtgenoot, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Centraal Administratie Kantoor (CAK) die de eigen bijdrage had vastgesteld op € 444,12 per maand, later gewijzigd naar € 453,95 per maand. Het CAK had het bezwaar van de betrokkene tegen deze besluiten niet-ontvankelijk verklaard en ongegrond verklaard.
De rechtbank Groningen had het beroep van de betrokkene tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de betrokkene aangevoerd dat bij de berekening van de eigen bijdrage correcties moeten worden aangebracht op het verzamelinkomen, en dat het verzamelinkomen niet als bron kan dienen voor het betalen van rekeningen en schulden. De Raad heeft vastgesteld dat er geen geschil bestaat over de verplichting van de betrokkene om een eigen bijdrage te betalen op basis van de AWBZ en dat de vaststelling van de eigen bijdrage in overeenstemming is met de berekeningsregels van het Bijdragebesluit zorg.
De Raad heeft geconcludeerd dat het beroep van de betrokkene op het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 niet slaagt, omdat de eigen bijdrage niet als belasting in de zin van dit Besluit kan worden aangemerkt. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door H.J. de Mooij, met J.T.P. Pot als griffier.