ECLI:NL:CRVB:2012:BY6553
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- C.G. Kasdorp
- E.C.R. Schut
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van bijstandsbedrag over de periode van januari tot en met maart 2010
In deze zaak gaat het om de terugvordering van een bedrag van € 1.833,89 netto door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, over de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 maart 2010. Appellant ontving sinds 13 mei 2009 bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) naar de norm voor een alleenstaande. Het college heeft de bijstand van appellant bij besluit van 13 april 2010 met ingang van 1 november 2009 ingetrokken, omdat appellant voldoende inkomsten uit arbeid had om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. Het college heeft vervolgens bij besluit van 29 april 2010 de ten onrechte gemaakte kosten van bijstand teruggevorderd, wat door appellant werd betwist.
De Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank Amsterdam bevestigd, waarin het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond werd verklaard. De Raad oordeelt dat het college op goede gronden het bedrag van € 1.833,89 heeft teruggevorderd. Appellant had aangevoerd dat dit bedrag niet als bijstand, maar als onverschuldigde betaling moest worden aangemerkt. De Raad verwierp deze stelling, omdat het college had aangetoond dat het bedrag daadwerkelijk bijstand betrof, zoals blijkt uit het herberekeningsoverzicht dat bij het bestreden besluit was gevoegd.
Daarnaast heeft appellant gesteld dat hem telefonisch was meegedeeld dat het bedrag betrekking had op een trajectvergoeding en dat hij dit niet zou hoeven terugbetalen. Het college heeft deze toezegging betwist en de Raad oordeelt dat er geen bewijs is voor de claim van appellant. De Raad concludeert dat het college bevoegd was om de kosten van de verleende bijstand terug te vorderen op basis van artikel 58, eerste lid, aanhef en onder a, van de WWB. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.