ECLI:NL:CRVB:2012:BY6319
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van een Ziektewetuitkering en de rol van psychische klachten
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. N.J. Brouwer, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch, die het beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond had verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft op 12 december 2012 uitspraak gedaan. De appellant was in dienst bij [werkgever 1] en heeft na een proeftijd van twee maanden zijn werkzaamheden beëindigd. Vervolgens heeft hij zich ziek gemeld met psychische klachten, maar het Uwv heeft vastgesteld dat hij geen recht had op een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) omdat hij niet arbeidsongeschikt was op het moment van ziekmelding.
De Raad heeft de argumenten van appellant, die stelde dat zijn psychische beperkingen niet goed waren beoordeeld, overwogen. Appellant heeft aangevoerd dat zijn dissociatieve stoornis niet voldoende in aanmerking was genomen en dat hij onder behandeling was bij psycholoog De Roij. De Raad heeft echter geconcludeerd dat het Uwv op juiste wijze heeft vastgesteld dat er geen objectieve medische gegevens waren die de claims van appellant onderbouwden. Bovendien werd er in de functieomschrijvingen van senior groepsleider geen steun gevonden voor het standpunt van appellant dat hij zijn eigen arbeid niet kon verrichten.
De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en het verzoek van appellant om schadevergoeding afgewezen. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.