ECLI:NL:CRVB:2012:BY6315
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wijziging van opgelegde maatregel in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 19 april 2010. Het betreft een geschil tussen appellante, A. te B., en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam over de hoogte van een opgelegde maatregel in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB). De Raad heeft de zaak opnieuw beoordeeld naar aanleiding van een verzoek van het college om zelf in de zaak te voorzien, na een eerdere uitspraak van de Raad op 10 januari 2012. Het college verzocht om de opgelegde maatregel te verlagen van 100% gedurende één maand naar 5% gedurende een maand, waar appellante mee instemde. De Centrale Raad heeft het beroep gegrond verklaard en het besluit van 27 augustus 2009 vernietigd. Tevens heeft de Raad de hoogte van de opgelegde maatregel herroepen en bepaald dat de bijstand van appellante vanaf 30 december 2008 gedurende één maand met 5% van de bijstandsnorm wordt verlaagd. De Raad heeft het college ook veroordeeld tot vergoeding van schade en proceskosten, inclusief wettelijke rente over de na te betalen uitkering. De kosten in bezwaar en proceskosten zijn begroot op respectievelijk € 644,-- en € 437,--. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn niet verschenen ter zitting.