ECLI:NL:CRVB:2012:BY6258
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- C.W.J. Schoor
- M.C. Bruning
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van ten onrechte verstrekte WAO-uitkering door het Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 december 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De zaak betreft de terugvordering van een WAO-uitkering die ten onrechte aan appellant is verstrekt over de periode van 16 juni 2006 tot en met 30 april 2009. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had appellant een bedrag van € 16.342,73 uitgekeerd, maar dit bedrag bleek onterecht te zijn. De Raad oordeelde dat het Uwv gehouden was dit bedrag terug te vorderen, omdat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien.
De Raad verwijst naar zijn eerdere tussenuitspraak van 27 juli 2012, waarin het Uwv was opgedragen om een nieuw besluit te nemen. Dit nieuwe besluit werd op 14 september 2012 genomen, maar het Uwv kwam niet geheel tegemoet aan de bezwaren van appellant. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van appellant gegrond verklaard. Het besluit van 8 september 2009 werd eveneens vernietigd, terwijl het beroep tegen het besluit van 14 september 2012 ongegrond werd verklaard.
Daarnaast heeft de Raad het Uwv veroordeeld tot betaling van de proceskosten van appellant, die in totaal op € 1.748,- zijn begroot. Dit bedrag omvat de kosten voor verleende rechtsbijstand in zowel beroep als hoger beroep. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier van de Raad.