ECLI:NL:CRVB:2012:BY6095
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- K. Zeilemaker
- Rechtspraak.nl
Intrekking van besluiten en beëindiging van hypotheekrentekostenvergoeding en parkeerplaatsvergoeding voor ambtenaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 december 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Alkmaar. De appellant, werkzaam bij de Defensie Materieel Organisatie, had in 2008 een vergoeding van 90% van de bruto hypotheekrentekosten van zijn in Amsterdam aangekochte appartement en een vergoeding voor de huur van een parkeerplaats in Amsterdam ontvangen. Echter, bij besluit van 10 juli 2009 trok de directeur DMO deze besluiten in, omdat de tegemoetkoming in de hypotheekrentekosten niet mogelijk was volgens de regelgeving. De rechtbank had het beroep van de appellant gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten.
De Raad oordeelde dat de toekenning van de hypotheekrentekosten ten onrechte was gedaan en dat de directeur DMO de besluiten terecht had ingetrokken. Echter, de Raad stelde ook vast dat er voor de appellant een afbouwregeling had moeten worden getroffen, omdat hij niet op de hoogte was van het feit dat hij geen recht had op de tegemoetkoming. De Raad heeft daarom de directeur DMO opgedragen om een afbouwregeling te treffen voor de hypotheekrentekosten, terwijl de intrekking van de parkeerplaatsvergoeding terecht was. De Raad heeft de directeur DMO ook veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de appellant in hoger beroep.
De uitspraak benadrukt het belang van rechtszekerheid en de noodzaak voor bestuursorganen om bij intrekking van besluiten rekening te houden met de belangen van de betrokkenen, vooral wanneer deze besluiten in strijd met het recht zijn genomen. De Raad heeft de directeur DMO ook verzocht om de gemaakte proceskosten van de appellant te vergoeden, die zijn vastgesteld op € 874,-.