ECLI:NL:CRVB:2012:BY5721
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand wegens onvoldoende duidelijkheid over woon- en leefsituatie
In deze zaak heeft appellant, A. te B., hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die zijn beroep tegen de afwijzing van zijn aanvraag om bijstand op 25 februari 2011 ongegrond had verklaard. De aanvraag om bijstand was op 28 mei 2010 ingediend, maar het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft deze afgewezen op 16 juni 2010, omdat appellant niet voldeed aan de inlichtingenverplichting. Het college stelde vast dat appellant onvolledige informatie had verstrekt over zijn woon- en leefsituatie, wat leidde tot de conclusie dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld.
Tijdens de zitting op 30 oktober 2012 heeft de Raad voor de Rechtspraak de feiten en omstandigheden van de zaak besproken. De Raad heeft vastgesteld dat appellant op het aanvraagformulier had aangegeven alleenstaand te zijn en inwonend op een bepaald adres, terwijl hij daar niet ingeschreven stond. De Raad heeft ook opgemerkt dat appellant tijdens een huisbezoek op 1 juni 2010 geen overtuigende bewijsstukken kon tonen die zijn woon- en leefsituatie onderbouwden. De Raad concludeert dat appellant niet aan zijn inlichtingenverplichting heeft voldaan, wat een grond vormt voor de afwijzing van de aanvraag.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, omdat het hoger beroep van appellant niet slaagde. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 11 december 2012 door A.B.J. van der Ham, in tegenwoordigheid van A.C. Oomkens als griffier.