ECLI:NL:CRVB:2012:BY5694
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning bijzondere bijstand op grond van de Regeling Aanvullende tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten met terugwerkende kracht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 december 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, vertegenwoordigd door mr. B.B.A. Willering, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op grond van de Regeling Aanvullende tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten, met een ingangsdatum van 1 augustus 2010. De rechtbank had het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam ongegrond verklaard, maar de Raad heeft deze uitspraak vernietigd. De Raad heeft vastgesteld dat er bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de bijstand met terugwerkende kracht wordt verleend tot 1 september 2009.
De Raad heeft in zijn overwegingen aangegeven dat appellant, die sinds 2 juli 2002 bijstand ontvangt, in november 2007 een hersenbloeding heeft gehad en sindsdien rolstoelafhankelijk is. In september 2009 heeft hij informatie ingewonnen over bijzondere bijstand voor hoge energiekosten, maar de betrokken medewerker heeft hem niet adequaat geïnformeerd over de mogelijkheden. Dit heeft geleid tot de conclusie dat er voldoende aanknopingspunten zijn voor het aannemen van bijzondere omstandigheden die een afwijking van de standaardregel rechtvaardigen.
De Raad heeft het besluit van het college vernietigd voor zover het de ingangsdatum van de bijstand betreft en heeft zelf in de zaak voorzien door de ingangsdatum vast te stellen op 1 september 2009. Tevens is het college veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 874,-- en moet het college het griffierecht van € 153,-- vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van goede informatievoorziening door de gemeente aan haar inwoners, vooral in situaties waarin bijzondere omstandigheden spelen.