ECLI:NL:CRVB:2012:BY4653
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.C. Bruning
- R.L. Rijnen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring bezwaar inzake WIA-uitkering en re-integratieverplichtingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de brief van 23 november 2009 niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Centrale Raad bevestigt deze uitspraak en oordeelt dat de brief enkel informatief van aard is en niet gericht op enig rechtsgevolg. Appellante had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 9 november 2009, waarin het Uwv haar meedeelde dat haar loongerelateerde WGA-uitkering op 4 februari 2010 eindigt. In dit besluit werd ook aandacht gevraagd voor re-integratiemogelijkheden, maar de rechtbank oordeelde dat deze passage geen re-integratieverplichtingen voor appellante in het leven roept.
De Centrale Raad oordeelt dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat de brief van 23 november 2009 geen rechtsgevolg heeft en dat het Uwv appellante niet-ontvankelijk had moeten verklaren in haar bezwaar tegen de re-integratie. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de brief enkel informatief was. De Centrale Raad concludeert echter dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en dat het hoger beroep van appellante niet slaagt. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd.
De uitspraak is gedaan door M.C. Bruning, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier, en is openbaar uitgesproken op 23 november 2012.