ECLI:NL:CRVB:2012:BY4349
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- K. Zeilemaker
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake niet-ontvankelijkverklaring bezwaar van appellant tegen de Universiteit Twente
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar door het college van bestuur van de Universiteit Twente. Appellant was sinds 1 november 2000 voor onbepaalde tijd aangesteld als medewerker Facilitaire Dienst bij de Universiteit, gefinancierd door een subsidie van de gemeente Enschede. Na de beëindiging van deze subsidie in oktober 2009, werd zijn aanstelling per 31 december 2009 beëindigd. Vervolgens werd appellant per 1 januari 2010 opnieuw aangesteld, maar met de mededeling dat een tegemoetkoming in de loonkosten per 1 januari 2012 zou vervallen. Appellant verzocht in januari 2010 om met terugwerkende kracht een aanstelling voor onbepaalde tijd te verlenen, maar het college weigerde dit en verklaarde zijn bezwaar niet-ontvankelijk, omdat de brief van 26 januari 2010 niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kon worden aangemerkt.
De rechtbank Almelo verklaarde het beroep van appellant ongegrond. In hoger beroep bevestigde de Centrale Raad van Beroep deze uitspraak. De Raad oordeelde dat appellant niet in enig rechtspositioneel belang was getroffen door de brief van 26 januari 2010, en dat deze brief niet als een besluit kon worden aangemerkt. Hierdoor was het bezwaar van appellant terecht niet-ontvankelijk verklaard. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling.