ECLI:NL:CRVB:2012:BY4048
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- H. Bolt
- M. Greebe
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake Ziektewetuitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 november 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van verzoeker A. te B. tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Verzoeker had eerder een verzoek om herziening ingediend van een uitspraak van de Raad van 6 april 2011, waarin de rechtbank Amsterdam een eerdere beslissing van het Uwv om geen Ziektewetuitkering toe te kennen, had bevestigd. De Raad had in zijn eerdere uitspraak geoordeeld dat verzoeker niet in aanmerking kwam voor een uitkering op grond van de Ziektewet, omdat hij niet in staat was om zijn arbeid te verrichten.
In het verzoek om herziening stelde verzoeker dat hij nieuwe bewijzen had overgelegd die zouden aantonen dat hij met ingang van 11 juli 2000 niet in staat was om te werken. De Raad oordeelde echter dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die voldeden aan de eisen van artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad benadrukte dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de eerdere uitspraak.
De Raad heeft het verzoek om herziening afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in het openbaar, waarbij de voorzitter Ch. van Voorst en de leden H. Bolt en M. Greebe aanwezig waren. De griffier H.J. Dekker heeft het proces-verbaal ondertekend. De partijen waren niet verschenen tijdens de zitting.