ECLI:NL:CRVB:2012:BY3913
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkering na beoordeling geschiktheid voor functies in het kader van de Wet WIA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 november 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. Appellante, A. te B., had een Ziektewet (ZW) uitkering ontvangen na zich ziek te melden vanwege psychische en lichamelijke klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) beëindigde haar ZW-uitkering per 1 december 2010, omdat zij geschikt werd geacht voor ten minste één van de functies die geselecteerd waren in het kader van de Wet WIA-beoordeling. Appellante was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld.
De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om te twijfelen aan de vaststelling van de belastbaarheid van appellante. In hoger beroep heeft appellante informatie ingebracht van haar huisarts, psychiater, longarts en het Oogheelkundig Medisch Centrum Haarlem ter ondersteuning van haar stelling dat zij op 1 december 2010 niet in staat was om arbeid te verrichten.
De Raad heeft de rapportages van de verzekeringsarts en bezwaarverzekeringsarts van het Uwv als inzichtelijk en onderbouwd beoordeeld. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was om aan te nemen dat appellante op de datum van beëindiging van de ZW-uitkering meer beperkt was dan het Uwv had vastgesteld. De informatie van het OMC Haarlem bood geen onderbouwing voor de stelling van appellante dat haar klachten na een operatie in verband met dubbelzien op 1 december 2010 tot beperkingen leidden. De Raad volgde de rechtbank in haar oordeel dat het Uwv op goede gronden het recht op ziekengeld heeft beëindigd.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de aangevallen uitspraak en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde. Er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.