ECLI:NL:CRVB:2012:BY2382
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor vervanging duurzame gebruiksgoederen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 november 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die bijstand ontvangt op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had op 26 april 2011 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van vervanging van enkele duurzame gebruiksgoederen, waaronder een bankstel, wasmachine, wasdroger, televisie en gasfornuis. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, dat stelde dat de kosten van duurzame gebruiksgoederen tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan behoren en dat deze in beginsel uit het inkomen van de betrokkene moeten worden betaald, hetzij door reservering, hetzij door gespreide betaling achteraf. Het college verwees naar gemeentelijke beleidsvoorschriften die bepalen dat bijstandsontvangers geacht worden zelf voor deze kosten te reserveren of te lenen bij de Gemeentelijke Kredietbank Amsterdam.
De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit ongegrond. In hoger beroep voerde de appellant aan dat zijn persoonlijke situatie, waaronder schulden door onverhoopte gebeurtenissen en deelname aan een schuldsaneringstraject, als bijzonder moest worden aangemerkt. De Raad oordeelde echter dat de kosten van duurzame gebruiksgoederen niet voortvloeien uit bijzondere omstandigheden die het verlenen van bijzondere bijstand rechtvaardigen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en het college, waarbij werd gesteld dat het ontbreken van reserveringsruimte door schulden geen bijzondere omstandigheid is die leidt tot recht op bijzondere bijstand. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.