ECLI:NL:CRVB:2012:BY2154
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 november 2012 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door een verzoeker uit Turkije, vertegenwoordigd door advocaat mr. N. Türkkol, tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De aanleiding voor het verzoek was een hoger beroep dat het Uwv had ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 4 januari 2012, waarin de verzoeker recht op een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering was toegekend.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het Uwv op 11 april 2012 het hoger beroep heeft ingetrokken. Vervolgens heeft mr. Türkkol op 21 mei 2012 het verzoek om een voorlopige voorziening ingetrokken, omdat het Uwv had aangegeven uitvoering te geven aan de uitspraak van de rechtbank. Hierdoor heeft de verzoeker met ingang van 1 augustus 2012 recht op een uitkering, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het Uwv in de proceskosten van de verzoeker moet worden veroordeeld, omdat het bestuursorgaan geheel aan de verzoeker is tegemoetgekomen. De proceskosten zijn begroot op € 437,-. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzieningenrechter en de griffier.