ECLI:NL:CRVB:2012:BY1389
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.W. Schuttel
- C.W.J. Schoor
- C.C.W. Lange
- Rechtspraak.nl
Overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 oktober 2012 uitspraak gedaan over een verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure. Verzoeker, A. te B., had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zutphen van 18 juni 2009, waarin hij door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) voor 100% arbeidsgeschikt was verklaard. Dit leidde tot financiële problemen voor verzoeker, die ook psychische schade ondervond door de lange duur van de procedure.
De Raad heeft vastgesteld dat de procedure van ontvangst van het bezwaarschrift op 11 juni 2007 tot de uitspraak op 11 mei 2012 meer dan vier jaar en tien maanden heeft geduurd. Dit werd als een overschrijding van de redelijke termijn beschouwd, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Raad heeft erkend dat verzoeker recht heeft op een schadevergoeding van € 1.000,-, omdat de redelijke termijn in de rechterlijke fase met elf maanden is overschreden.
De Raad heeft verder overwogen dat de behandeling van de zaak niet langer dan vier jaar gerechtvaardigd kon worden geacht en dat er geen aanleiding was voor een hogere schadevergoeding dan het toegewezen bedrag. De overige verzoeken tot schadevergoeding die verzoeker had ingediend, konden niet in behandeling worden genomen, omdat het onderzoek uitsluitend was heropend voor de beoordeling van de overschrijding van de redelijke termijn.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J.W. Schuttel als voorzitter en C.W.J. Schoor en C.C.W. Lange als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken op 26 oktober 2012.