ECLI:NL:CRVB:2012:BY1342
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in WW-uitkering en vrijwilligerswerk
In deze zaak heeft verzoekster, die sinds 2 augustus 2010 een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) ontving, op 22 augustus 2012 hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Breda. Deze uitspraak, gedateerd 20 juli 2012, verklaarde haar bezwaar tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond. Het Uwv had op 14 december 2011 haar verzoek om vrijwilligerswerk bij het Bureau Sociaal Raadslieden (BSR) te Veldhoven met behoud van WW-uitkering afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de werkzaamheden bij BSR niet als traditioneel vrijwilligerswerk konden worden aangemerkt en dat het Uwv op goede gronden had gesteld dat verzoekster deze werkzaamheden niet met behoud van haar uitkering mocht verrichten.
Tijdens de zitting op 18 oktober 2012 heeft verzoekster verklaard dat zij vanaf 4 september 2012 als buitengriffier bij de rechtbank werkt, wat heeft geleid tot de beëindiging van haar WW-uitkering per 3 september 2012. De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat verzoekster geen spoedeisend belang heeft bij het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening, aangezien haar recht op WW-uitkering is beëindigd en niet vaststaat dat dit recht op korte termijn zal herleven. De voorzieningenrechter concludeert dat verzoekster vrij is om het door haar geambieerde werk bij het BSR te verrichten, en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
De uitspraak is gedaan door H.G. Rottier, in tegenwoordigheid van K.E. Haan als griffier, en is openbaar uitgesproken op 25 oktober 2012. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.