ECLI:NL:CRVB:2012:BY0830
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning en afwijzing van bijzondere bijstand in het kader van de Wet werk en bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van bijzondere bijstand aan appellant, die samen met zijn ex-partner tot 18 juni 2008 een gezamenlijke huishouding voerde. De appellant had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor kosten die waren opgekomen voor deze datum. De Raad oordeelde dat de appellant en zijn ex-partner tot 18 juni 2008 als eenheid moesten worden beschouwd, wat betekent dat de financiële gegevens van de ex-partner ook van belang waren voor de beoordeling van de aanvraag. De ex-partner had echter geweigerd om de benodigde informatie te verstrekken, wat voor rekening en risico van de appellant kwam. De Raad concludeerde dat de appellant zich niet kon beroepen op het feit dat hij in de onmogelijkheid verkeerde om de gegevens van zijn ex-partner te overleggen, aangezien de verplichting om deze informatie te verstrekken ook op de ex-partner rustte. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het beroep tegen het besluit van het dagelijks bestuur werd ongegrond verklaard.