ECLI:NL:CRVB:2012:BY0339
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van bijstandsbesluit en terugvordering door college van burgemeester en wethouders van Almere
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De zaak betreft de herziening van een bijstandsbesluit en de terugvordering van bijstandsuitkeringen door het college van burgemeester en wethouders van Almere. Na een tussenuitspraak op 17 april 2012, waarin een gebrek in het besluit van 5 maart 2009 werd vastgesteld, heeft het college op 26 juni 2012 een nieuw besluit genomen. Dit nieuwe besluit herstelde het eerder geconstateerde gebrek, waarbij het college oordeelde dat er geen bevoegdheid bestond om de bijstand van appellante in te trekken over de periode van 25 december 2007 tot en met 11 februari 2008. De terugvordering werd beperkt tot de periode van 1 november 2002 tot en met 24 december 2007 en van 12 februari 2008 tot en met 3 maart 2008, met een totaalbedrag van € 38.656,42.
De Raad heeft het beroep tegen het besluit van 5 maart 2009 gegrond verklaard en vernietigde dit besluit voor zover het de intrekking van bijstand over de periode van 25 december 2007 tot en met 11 februari 2008 betreft. Tevens werd het besluit van 2 oktober 2008 herroepen en werd bepaald dat de uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde gedeelte van het besluit van 5 maart 2009. Het beroep tegen het besluit van 26 juni 2012 werd ook gegrond verklaard, omdat er geen vergoeding voor de kosten in bezwaar was toegekend. De Raad heeft het college veroordeeld in de kosten van bezwaar en de proceskosten in beroep en hoger beroep, die in totaal € 2.380,50 bedragen. De uitspraak werd openbaar gedaan en is ondertekend door de voorzitter en de griffier.