ECLI:NL:CRVB:2012:BY0310
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- W.F. Claessens
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten van onderwijs aan niet rechtmatig verblijvende vreemdelingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Utrecht. De appellant, geboren in Syrië en als alleenstaande minderjarige asielzoeker in Nederland aangekomen, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op 8 oktober 2008 voor de kosten van zijn opleiding tot Horeca Ondernemer Manager. De aanvraag werd afgewezen door het dagelijks bestuur van de regionale sociale dienst Kromme Rijn Heuvelrug, omdat de appellant niet tot de kring van rechtshebbenden van de Wet werk en bijstand (WWB) behoort. De Raad oordeelde dat de Staat niet verplicht is om bijzondere bijstand te verstrekken voor de kosten van onderwijs aan niet rechtmatig verblijvende meerderjarige vreemdelingen, die ook niet voor algemene bijstand in aanmerking komen. De Raad benadrukte dat meerderjarige scholieren een beroep kunnen doen op een aan de bijstand voorliggende voorziening, wat in dit geval aan de bijstandsverlening in de weg staat. De appellant voerde aan dat hij ongelijk werd behandeld ten opzichte van zijn klasgenoten die wel financiële ondersteuning ontvangen, maar de Raad kon dit niet onderschrijven. De appellant heeft niet kunnen aantonen dat zijn klasgenoten bijzondere bijstand ontvangen voor hun schoolkosten. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J.F. Bandringa als voorzitter, en de leden W.F. Claessens en C.H. Bangma, in aanwezigheid van griffier J. de Jong.