ECLI:NL:CRVB:2012:BY0041
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van arbeidsongeschiktheidsuitkering op basis van nieuwe feiten
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.H. Westendorp, een verzoek tot herziening ingediend bij de Centrale Raad van Beroep. Dit verzoek is gericht tegen de eerdere uitspraak van de Raad van 6 november 2009, waarin de intrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkering door het Uwv werd bevestigd. Verzoeker betoogde dat er nieuwe feiten waren, namelijk de diagnose van psychiater G.T. Calor, die stelde dat verzoeker lijdt aan een posttraumatische stressstoornis en vanaf maart 2001 volledig arbeidsongeschikt is. De Raad oordeelde echter dat de diagnose van de psychiater niet als nieuw feit kon worden aangemerkt, omdat het slechts een andere kwalificatie betrof van reeds bekende medische gegevens.
De Raad benadrukte dat herziening op basis van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht alleen mogelijk is bij feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak hebben plaatsgevonden, niet bekend waren bij de indiener en die, indien ze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De Raad concludeerde dat het rapport van psychiater Calor niet als nieuw bewijs kon worden geaccepteerd, omdat het niet eerder in de procedure was ingebracht en er geen objectieve redenen waren waarom dit niet mogelijk was.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het verzoek om herziening afgewezen, en er was geen ruimte voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door B.M. van Dun, in aanwezigheid van griffier K.E. Haan, en werd openbaar uitgesproken op 10 oktober 2012.