ECLI:NL:CRVB:2012:BX9975
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- Y.J. Klik
- R.C. Schoemaker
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een eenmalige verlaging van de bijstandsuitkering op basis van arbeidsverplichtingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de eenmalige verlaging van de bijstandsuitkering van appellante met € 200,--. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had deze verlaging doorgevoerd op basis van artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Afstemmingsverordening Inkomensvoorziening. De Raad oordeelde dat het college terecht had gehandeld, omdat appellante ernstig tekortgeschoten was in het verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid. De rechtbank Amsterdam had eerder het beroep van appellante tegen het besluit van het college gegrond verklaard, maar de Raad bevestigde dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand blijven.
Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat, had aangevoerd dat zij alles deed wat in haar macht lag om aan haar arbeidsverplichtingen te voldoen. Ze had in februari 2010 een opleiding aan het ROC gestart, maar de Raad oordeelde dat dit niet relevant was voor de periode waar het om ging. De Raad stelde vast dat appellante niet had meegewerkt aan het verkrijgen van arbeid via de Vacature Service Amsterdam (VSA) en dat zij haar opleiding niet tijdig had ingeschreven, waardoor zij haar kansen op werk had gemist.
De Raad concludeerde dat het college geen gebruik hoefde te maken van zijn matigingsbevoegdheid, omdat het college rekening had gehouden met de omstandigheden van appellante. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 9 oktober 2012.