ECLI:NL:CRVB:2012:BX9737
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkering na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch. De appellant, die zich op 30 november 2009 ziek had gemeld met arm- en schouderklachten, had een ZW-uitkering ontvangen. Na een ongeval op 3 december 2009 kwamen daar nek- en rugklachten bij. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft na verschillende onderzoeken geconcludeerd dat appellant per 17 september 2010 weer in staat was om zijn eigen arbeid als heftruckchauffeur te verrichten. Dit besluit werd door appellant bestreden, maar de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond.
In hoger beroep herhaalde appellant zijn standpunt dat zijn beperkingen zwaarder zijn dan door de verzekeringsarts was aangenomen. De Raad beoordeelde de zaak en concludeerde dat het oordeel van de rechtbank gevolgd kon worden. De rapportage van de verzekeringsarts toonde aan dat appellant grotendeels hersteld was van zijn klachten, hoewel er nog lichte beperkingen waren. De Raad oordeelde dat er voldoende aandacht was besteed aan zowel de lichamelijke als psychische klachten van appellant.
De Raad volgde het Uwv in de opvatting dat de medische situatie van appellant niet was onderschat en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, waarmee de beëindiging van de ZW-uitkering door het Uwv werd gehandhaafd.