ECLI:NL:CRVB:2012:BX9605
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- R.H.M. Roelofs
- H.D. Stout
- Rechtspraak.nl
Weigering van bijzondere bijstand voor tussenschoolse kinderopvang en eigen bijdrage rechtshulp
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Breda. De appellant had bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van tussenschoolse kinderopvang en de eigen bijdrage voor rechtshulp en griffierecht. De commissie Sociale Zekerheid te Breda had deze aanvragen afgewezen, omdat de kosten van de kinderopvang als niet noodzakelijk werden beschouwd en de appellant voldoende draagkracht had om de kosten van de eigen bijdrage te dekken. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard.
De Raad oordeelde dat de appellant niet in staat was om met verifieerbare gegevens aan te tonen dat de kosten voor de tussenschoolse kinderopvang daadwerkelijk waren gemaakt. Dit leidde tot de conclusie dat deze kosten niet in aanmerking kwamen voor bijzondere bijstandsverlening. Daarnaast werd de draagkracht van de appellant, vastgesteld op € 2.968,74, als voldoende beschouwd om de kosten van de eigen bijdrage te dekken. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank dat de commissie de draagkrachtperiode en de draagkracht van de appellant correct had vastgesteld.
De uitspraak benadrukt het belang van verifieerbare gegevens bij het aanvragen van bijzondere bijstand en bevestigt dat de beoordeling van de draagkracht door de commissie juist was. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van de appellant geen doel trof en dat de aangevallen uitspraak diende te worden bevestigd. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.