ECLI:NL:CRVB:2012:BX9210
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- W.H. Bel
- A.M. Overbeeke
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep wegens ontbreken procesbelang in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. W.G.H. Janssen, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 24 november 2010. De Centrale Raad van Beroep heeft op 2 oktober 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, die betrekking heeft op de Wet werk en bijstand (WWB). De appellant ontving bijstand, maar na een melding dat hij niet meer op het opgegeven adres woonachtig zou zijn, heeft het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg onderzoek verricht. Dit leidde tot de intrekking van de bijstand over een bepaalde periode en de beëindiging van de bijstand met ingang van 6 augustus 2009. Het college verklaarde de bezwaren van appellant tegen deze besluiten ongegrond.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 21 augustus 2012 heeft appellant zijn standpunt toegelicht, waarbij hij vooral aandacht vroeg voor de verrekening van zijn Wajong-uitkering met de bijstand. De Raad heeft echter vastgesteld dat appellant over de periode van 8 juli 2009 tot 8 september 2009 geen recht had op bijstand, maar wel op een Wajong-uitkering, die hem ook is uitbetaald. De Raad concludeert dat appellant onvoldoende procesbelang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak, omdat het resultaat dat hij nastreeft niet kan worden bereikt.
De Centrale Raad van Beroep heeft daarom het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, en de uitspraak is openbaar gedaan op 2 oktober 2012.