ECLI:NL:CRVB:2012:BX9048
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- M.C. Bruning
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- Rechtspraak.nl
Beoordeling recht op WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft appellant, die wegens rugklachten uitgevallen was voor zijn werk als reachtruckchauffeur, hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van het Uwv om hem geen WIA-uitkering toe te kennen. Het Uwv had vastgesteld dat appellant niet arbeidsongeschikt was in de zin van de Wet WIA, en dit besluit werd in bezwaar door de rechtbank bevestigd. De rechtbank oordeelde dat het verzekeringsgeneeskundig onderzoek voldoende zorgvuldig was uitgevoerd en dat de vastgestelde beperkingen van appellant correct waren. Appellant was het niet eens met deze uitspraak en voerde in hoger beroep aan dat onvoldoende rekening was gehouden met zijn rug- en psychische klachten.
Tijdens de zitting op 10 augustus 2012 heeft appellant, bijgestaan door zijn advocaat, zijn standpunt toegelicht. Het Uwv werd vertegenwoordigd door een arbeidsdeskundige. De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van appellant zorgvuldig overwogen, maar kwam tot de conclusie dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de medische beoordeling en de arbeidsongeschiktheidsschatting correct waren. Er waren geen nieuwe medische gegevens overgelegd die de eerdere conclusies konden ondermijnen.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 21 september 2012, waarbij de Raad de eerdere beslissing van het Uwv handhaafde en de argumenten van appellant verwierp. De zaak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling in het kader van arbeidsongeschiktheid en de WIA.