ECLI:NL:CRVB:2012:BX8908
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag studiefinanciering voor opleiding in Bosnië en Herzegovina
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 september 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag om studiefinanciering voor de opleiding Medunarodno Pravo i Diplomatija aan de Americki Univerzitet u Bih te Tuzla in Bosnië en Herzegovina. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap had op 11 september 2009 besloten om de aanvraag af te wijzen, na het ontvangen van een advies van de Nuffic. Dit advies, gedateerd 18 maart 2010, stelde dat er te veel onzekerheden waren over het niveau en de kwaliteitszorg van de opleiding, wat leidde tot de conclusie dat de aanvraag niet kon worden goedgekeurd.
De rechtbank had het beroep van de appellante gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand gelaten. De Centrale Raad van Beroep heeft de gronden van het hoger beroep van appellante beoordeeld, waarin zij stelde dat de rechtbank ten onrechte haar argumenten niet had gehonoreerd. Appellante betoogde dat er geen onzekerheden waren over de accreditatie en kwaliteitszorg, en verwees naar een samenwerkingsovereenkomst met de State University of New York en de tijdelijke accreditatie van de Bosnische overheid.
De Raad oordeelde dat de rechtbank de gronden van beroep op juiste wijze had besproken en dat het advies van de Nuffic deugdelijk was. De Raad concludeerde dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit terecht in stand waren gelaten. Het hoger beroep van appellante werd dan ook ongegrond verklaard, en de aangevallen uitspraak werd bevestigd. De uitspraak werd gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van J.R. Baas als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.