ECLI:NL:CRVB:2012:BX8711
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht
In deze zaak heeft appellante, A. te B., hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Middelburg van 5 april 2012. De Centrale Raad van Beroep heeft op 12 september 2012 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 12-3168 WW. De kern van de zaak betreft de niet-tijdige betaling van het griffierecht, dat volgens de Beroepswet verschuldigd is bij indiening van een beroepschrift. Appellante is op 21 juni 2012 en opnieuw op 23 juli 2012 schriftelijk geïnformeerd over de verplichting tot betaling van het griffierecht van € 115,-, met de mededeling dat dit bedrag uiterlijk 28 dagen na de datum van de brieven op de rekening van de Centrale Raad van Beroep moest zijn bijgeschreven.
De Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. Gezien de beschikbare gegevens kon niet worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim was. Hierdoor heeft de Raad het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De Raad heeft voorts overwogen dat het hoger beroep ook om andere redenen niet-ontvankelijk verklaard had kunnen worden, namelijk omdat het beroepschrift niet binnen de gestelde termijn was ingediend.
De uitspraak is gedaan door B.M. van Dun, met D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 12 september 2012. Tegen deze uitspraak kunnen belanghebbenden binnen zes weken na verzending van het afschrift schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep.