ECLI:NL:CRVB:2012:BX8627
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- M.C. Bruning
- L.J.A. Damen
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 september 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. Appellante ontving sinds februari 1993 een WAO-uitkering, berekend op een arbeidsongeschiktheid van 80% tot 100%. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft op 29 april 2009 de WAO-uitkering per 30 juni 2009 ingetrokken, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid op dat moment minder dan 15% bedroeg. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard door het Uwv. De rechtbank heeft in haar uitspraak bevestigd dat het bestreden besluit op een juiste medische grondslag berustte.
De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven, waarbij werd opgemerkt dat de psychiater M. Theulen had aangegeven dat toetreden tot de arbeidsmarkt niet haalbaar was, maar dat vrijwilligerswerk mogelijk wel haalbaar zou zijn. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat appellante meer of anders beperkt was dan in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) was weergegeven. De Raad heeft geen aanleiding gezien om appellante te laten onderzoeken door een deskundige, omdat er geen twijfel bestond over de medische situatie van appellante per 30 juni 2009.
Appellante heeft in hoger beroep haar standpunt herhaald dat zij niet in staat is tot het verrichten van arbeid en verwezen naar de brief van haar behandelend psychiater. De Raad heeft echter geconcludeerd dat de rechtbank de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit op juiste gronden heeft onderschreven. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.