ECLI:NL:CRVB:2012:BX8585

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
28 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-7198 AKW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens termijnoverschrijding in het kader van de Algemene Kinderbijslagwet

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 september 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, A. te B., had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) van 11 februari 2010, waarin hem werd meegedeeld dat hij geen recht had op kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet, omdat hij niet verzekerd was. Het bezwaar van de appellant werd niet-ontvankelijk verklaard vanwege een niet-verschoonbare termijnoverschrijding.

De appellant had zijn bezwaar te laat ingediend, en de rechtbank oordeelde dat de door hem aangevoerde redenen, waaronder ziekte en analfabetisme, niet voldoende waren om de termijnoverschrijding te verontschuldigen. De medische verklaringen die de appellant had ingediend, hadden geen betrekking op de bezwaartermijn en konden niet aantonen dat hij gedurende deze periode niet in staat was om een bezwaarschrift in te dienen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de appellant voldoende gelegenheid had om tijdig bezwaar te maken, ook al had hij aangegeven dat hij 30 kilometer van het postkantoor woonde en dat de post slechts één keer per week werd bezorgd. De Raad concludeerde dat de omstandigheden van de appellant geen verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding opleverden.

De uitspraak werd gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van M.R. Schuurman als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

11/7198 AKW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 november 2011, 11/1861 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B.]
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak 28 september 2012.
PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld en nadere stukken ingezonden.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 augustus 2012. Appellant is met kennisgeving niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A. Marijnissen.
OVERWEGINGEN
1.1. Bij besluit van 11 februari 2010 heeft de Svb appellant medegedeeld dat hij vanaf het eerste kwartaal van 2009 geen recht heeft op kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet, omdat hij niet verzekerd is voor die wet.
1.2. Appellant heeft bij brief van 29 september 2010, door de Svb ontvangen op 7 oktober 2010, bezwaar gemaakt tegen het besluit van 11 februari 2010. Ten aanzien van de overschrijding van de bezwaartermijn heeft appellant aangevoerd dat hij 30 kilometer van het postkantoor woont en dat de post slechts één keer per week wordt bezorgd. Verder is appellant ziek en is hij analfabeet. Bij het bestreden besluit van 16 februari 2011 is dat bezwaar niet-ontvankelijk verklaard, omdat de overschrijding van de bezwaartermijn niet verschoonbaar is.
2. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3. In hoger beroep heeft appellant naar voren gebracht dat hij al lange tijd erg ziek is, welk betoog hij heeft doen ondersteunen door medische verklaringen.
4.1. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.2. Appellant heeft de ontvangst van het besluit van 11 februari 2010 niet betwist. Voor zover de ontvangst van dat besluit vertraagd zou zijn door de onder 1.2 genoemde omstandigheden, kan worden vastgesteld dat appellant nog ruimschoots de gelegenheid heeft gehad om - al dan niet met hulp van een derde - tijdig bezwaar te maken. Dit levert geen verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding op.
4.3. Evenmin kan de door appellant gestelde ziekte de termijnoverschrijding verontschuldigen. De medische verklaringen die appellant daartoe heeft ingebracht, hebben geen betrekking op de bezwaartermijn. Hieruit kan niet worden geconcludeerd dat appellant gedurende de bezwaarperiode in het geheel niet in staat is geweest een (voorlopig) bezwaarschrift in te (laten) dienen. Het bezwaar tegen het besluit van 11 februari 2010 is dan ook terecht
niet-ontvankelijk verklaard.
4.4. Uit de overwegingen 4.2 en 4.3 volgt dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
5. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door M.M. van der Kade, in tegenwoordigheid van M.R. Schuurman als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 28 september 2012.
(getekend) M.M. van der Kade
(getekend) M.R. Schuurman
NW
DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d’Appel Centrale),
statue:
confirme la décision attaqueé;
Par conséquent, décidée par M.M. van der Kade en présence de M.R. Schuurman en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public le 28 septembre 2012.