ECLI:NL:CRVB:2012:BX8233
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting bij hennepkwekerij
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 augustus 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De appellant, die bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), had een hennepkwekerij in zijn woning, waar ongeveer 297 hennepplanten werden aangetroffen. De politie ontdekte de kwekerij op 16 december 2009, waarna een sociaal rechercheur een onderzoek instelde naar de rechtmatigheid van de bijstand die aan appellant was verleend. Het college van burgemeester en wethouders van Deventer besloot op basis van de onderzoeksbevindingen om de bijstand van appellant in te trekken en de gemaakte kosten van bijstand terug te vorderen, omdat appellant zijn wettelijke inlichtingenverplichting had geschonden door de activiteiten met betrekking tot de hennepkwekerij niet te melden.
De Raad overwoog dat appellant had moeten begrijpen dat zijn activiteiten met de hennepkwekerij van invloed konden zijn op zijn recht op bijstand, ongeacht of hij daadwerkelijk inkomsten had gegenereerd. De Raad bevestigde dat zowel het starten als het exploiteren van een hennepkwekerij omstandigheden zijn die gemeld moeten worden aan het college. Appellant voerde aan dat hij geen inkomsten had gegenereerd en dat de periode van exploitatie te kort was om een oogst te produceren, maar de Raad oordeelde dat dit niet relevant was voor de schending van de inlichtingenverplichting.
De Centrale Raad van Beroep concludeerde dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken en de kosten terug te vorderen, omdat appellant niet had voldaan aan zijn verplichtingen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.