ECLI:NL:CRVB:2012:BX8173
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- J.F. Bandringa
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor bijzondere bijstand voor chronisch zieken
In deze zaak heeft appellante, A. te B., hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een toeslag voor chronisch zieken door het college van burgemeester en wethouders van Utrecht. De aanvraag was ingediend op 28 januari 2009, maar werd afgewezen omdat deze na de deadline van 31 december 2008 was ingediend. Appellante stelde dat het college haar aanvraag had moeten beschouwen als een aanvraag voor individuele bijzondere bijstand op basis van artikel 35, eerste lid, van de Wet werk en bijstand (WWB).
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het college de aanvraag niet als zodanig had hoeven aanmerken. Het door appellante gebruikte aanvraagformulier was specifiek gericht op categoriale bijzondere bijstand, waarvoor minder gegevens vereist zijn. De Raad benadrukte dat het voor rekening en risico van appellante komt dat zij een aanvraag voor categoriale bijstand heeft gedaan, terwijl zij beoogde individuele bijzondere bijstand aan te vragen. De Raad stelde vast dat appellante niet had kunnen begrijpen dat het formulier niet geschikt was voor de aanvraag van individuele bijstand en dat het college haar expliciet had gewezen op de mogelijkheid om bijzondere bijstand aan te vragen.
De uitspraak van de rechtbank Utrecht, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard, werd bevestigd. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 25 september 2012.