ECLI:NL:CRVB:2012:BX7477

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
29 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12-654 TW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelichting op het recht op uitkering en toeslag volgens de Werkloosheidswet

In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 29 augustus 2012, ging het om een hoger beroep van appellante A. te B. tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft de brief van 14 oktober 2010, waarin het Uwv een voorlopig standpunt innam over het recht van appellante op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en het recht op een toeslag. De Centrale Raad oordeelde dat deze brief geen besluit was, maar slechts een toelichting die niet gericht was op enig zelfstandig rechtsgevolg. Hierdoor was er geen mogelijkheid voor appellante om bezwaar te maken tegen deze brief.

De Centrale Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 15 december 2011 en verklaarde het beroep van appellante tegen het besluit van 9 maart 2011 gegrond. Het bezwaar van appellante tegen de brief van 14 oktober 2010 werd niet-ontvankelijk verklaard. Tevens werd het Uwv veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van appellante, die in totaal € 874,- bedroegen, en moest het Uwv het door appellante betaalde griffierecht van € 153,- vergoeden.

De uitspraak werd gedaan in het openbaar, waarbij de griffier Z. Karekezi en de voorzitter H.G. Rottier aanwezig waren. De beslissing is gebaseerd op de overweging dat de brief van 14 oktober 2010 niet als een besluit kan worden aangemerkt, waardoor het bezwaar van appellante niet ontvankelijk verklaard had moeten worden.

Uitspraak

12/654 TW-PV
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 15 december 2011, 11/1714 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[A. te B. ] (appellante)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 29 augustus 2012
Zitting heeft: mr. H.G. Rottier, lid van de enkelvoudige kamer.
Griffier: Z. Karekezi.
Ter zitting zijn verschenen: Appellant en zijn gemachtigde zijn met voorafgaande kennisgeving niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. T. van der Weert.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 9 maart 2011 gegrond en vernietigt dat besluit;
- verklaart het bezwaar van appellant tegen de brief van 14 oktober 2010 niet-ontvankelijk;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant in beroep en in hoger beroep tot een
bedrag van in totaal € 874,-;
- bepaalt dat het Uwv het door appellant in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht
van in totaal € 153,- vergoedt.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen:
De brief van 14 oktober 2010 is geen besluit maar een toelichting, die niet op enig zelfstandig rechtsgevolg is gericht. In de brief van 14 oktober 2010 wordt een voorlopig standpunt ingenomen over het recht van appellant op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en daarmee samenhangend het recht op een toeslag. Daartegen is geen bezwaar mogelijk. Het bezwaar van appellant had dan ook niet-ontvankelijk verklaard moeten worden.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) Z. Karekezi (getekend) H.G. Rottier