ECLI:NL:CRVB:2012:BX6447
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- J. Riphagen
- J.J.T. van den Corput
- Rechtspraak.nl
Loonsanctie en verlengde loondoorbetaling bij te late aanvraag WIA-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 augustus 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over een loonsanctie die het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had opgelegd aan een werkgever. De werknemer had zich op 28 april 2007 volledig arbeidsongeschikt gemeld en had op 18 juni 2009 een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend. Het Uwv had op 31 juli 2009 besloten om het tijdvak waarin de werknemer recht had op loon tijdens ziekte te verlengen met 146 dagen, omdat de aanvraag te laat was ingediend. De rechtbank had het bezwaar van de werkgever tegen dit besluit ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had vastgesteld dat het Uwv geen loonsanctie had opgelegd, maar enkel een uitsluitingsgrond voor de WIA-uitkering had vastgesteld. De Raad benadrukte dat het Uwv wel degelijk bevoegd was om de loonsanctie op te leggen, en dat de verlenging van het tijdvak waarin de regels voor loondoorbetaling tijdens ziekte gelden, een gevolg is van de te late indiening van de WIA-aanvraag. De Raad verwees naar eerdere jurisprudentie en concludeerde dat het bestreden besluit als een loonsanctie moet worden aangemerkt.
De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en stelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met Ch. van Voorst als voorzitter, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.