ECLI:NL:CRVB:2012:BX6204
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van bijzondere bijstand voor vervanging vloerbedekking
In deze zaak heeft appellant op 11 april 2011 bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van vervanging van zijn vloerbedekking door zeil. Het college van burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage heeft deze aanvraag op 28 april 2011 afgewezen, met de reden dat deze kosten behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan die uit eigen middelen moeten worden bestreden. Het bezwaar van appellant tegen deze afwijzing werd op 25 juli 2011 ongegrond verklaard. Appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 28 augustus 2012 uitspraak gedaan. De Raad overweegt dat de kosten voor de vervanging van vloerbedekking in beginsel uit het inkomen moeten worden bestreden, hetzij door middel van reservering, hetzij door middel van gespreide betaling. Bijzondere bijstand kan alleen worden verleend indien er sprake is van bijzondere omstandigheden die maken dat deze kosten niet uit de algemene bijstand en de aanwezige draagkracht kunnen worden voldaan.
Appellant voerde aan dat hij niet in staat was om te reserveren voor de kosten van vervanging, mede door schade aan de vloer en het gebruik van een trippelstoel. Echter, de Raad oordeelt dat appellant te laat heeft aangevoerd dat het college in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld, omdat zijn buurman wel bijzondere bijstand had ontvangen. Deze stelling werd in een te laat stadium van de procedure naar voren gebracht en werd om die reden buiten beschouwing gelaten.
De Raad concludeert dat de kosten van vervanging van de vloerbedekking voorzienbaar waren en dat appellant, met een inkomen op bijstandsniveau, andere uitgaven heeft bekostigd met de langdurigheidstoeslag die hij had ontvangen. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waardoor het hoger beroep van appellant niet slaagt.