ECLI:NL:CRVB:2012:BX5876
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- J.F. Bandringa
- C.H. Bangma
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van bijzondere bijstand voor kosten van een bril en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 augustus 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Arnhem. De appellant had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van een bril, welke door het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen was afgewezen. Na bezwaar had het college de aanvraag gedeeltelijk gegrond verklaard, maar het verzoek om vergoeding van kosten in de bestuurlijke voorprocedure afgewezen. De rechtbank had het beroep tegen dit besluit gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten.
De appellant stelde in hoger beroep dat zijn bewindvoerder, die als juridisch adviseur werkzaam is, kosten had gemaakt voor de rechtsbijstand. De Raad overwoog dat volgens artikel 1 van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpr) alleen kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand voor vergoeding in aanmerking komen. De Raad concludeerde dat er geen kosten in rekening waren gebracht aan de appellant voor de rechtsbijstand door de bewindvoerder, en dat er derhalve geen grond was voor een proceskostenvergoeding.
De Raad merkte ook op dat de beroepsgronden van de appellant met betrekking tot het verbod van willekeur en het gelijkheidsbeginsel tardief waren, omdat deze pas ter zitting naar voren waren gebracht. Hierdoor werden deze gronden buiten beschouwing gelaten. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank, en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend.