ECLI:NL:CRVB:2012:BX5219
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- E.C.R. Schut
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet opgegeven bankrekeningen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 augustus 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) omdat de betrokkene, die sinds 1987 bijstand ontving, twee bankrekeningen had die zij niet had opgegeven aan het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen. De aanleiding voor het onderzoek naar de rechtmatigheid van de bijstand was een melding van het inlichtingenbureau over een saldo van meer dan € 22.000 op een Postbankrekening van de betrokkene. De gemeente Vlaardingen concludeerde dat de betrokkene in het bezit was van twee 'en/of'-rekeningen, waarvan de tegoeden niet tot haar vermogen konden worden gerekend.
De rechtbank had eerder geoordeeld dat de betrokkene aannemelijk had gemaakt dat zij niet kon beschikken over de tegoeden op deze rekeningen. De Centrale Raad van Beroep bevestigde dit oordeel, waarbij werd opgemerkt dat het aan de betrokkene was om aan te tonen dat zij niet over de tegoeden kon beschikken. De verklaringen van [v./d. H.], die de rekeningen had geopend, waren doorslaggevend. Hij had de rekeningen geopend met de intentie om zijn kinderen te beschermen in het geval van zijn overlijden, en de betrokkene had geen gebruik gemaakt van de rekeningen. De Raad oordeelde dat de appellant niet voldoende onderbouwde dat de betrokkene in strijd had gehandeld met haar inlichtingenverplichting. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en de appellant werd veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene.