ECLI:NL:CRVB:2012:BX5156
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag langdurigheidstoeslag op basis van vermogen boven de vermogensgrens
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. G.A.J.M. Niederer, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 11 januari 2010. De Centrale Raad van Beroep heeft op 20 augustus 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 10-1173 WWB. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een langdurigheidstoeslag door het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen. Appellante had op 12 februari 2009 een langdurigheidstoeslag aangevraagd, maar deze aanvraag werd op 5 maart 2009 afgewezen. Het college verklaarde het bezwaar van appellante tegen deze afwijzing ongegrond in een besluit van 26 juni 2009.
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarna appellante in hoger beroep ging. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de enige kwestie in geschil was of appellante op 15 augustus 2005 beschikte over een vermogen dat boven de geldende vermogensgrens lag. De Raad heeft geoordeeld dat appellante in de relevante periode, van 15 augustus 2005 tot en met 30 juni 2008, inderdaad over een vermogen beschikte dat de vermogensgrens overschreed. Dit betekent dat niet werd voldaan aan de voorwaarden voor toekenning van de langdurigheidstoeslag, zoals vastgelegd in de Wet werk en bijstand (WWB).
De Raad heeft het hoger beroep van appellante afgewezen en de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door mr. J.C.F. Talman, met J.M. Tason Avila als griffier.