ECLI:NL:CRVB:2012:BX3803
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- J.J.A. Kooijman
- P.N. Rijnsewijn
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard door de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 augustus 2012 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker had op 10 januari 2012 hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak en verzocht op 14 mei 2012 de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat het verzoek niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op een eerdere uitspraak van de Raad van 10 juli 2012, waarin de Raad zich onbevoegd verklaarde. Hierdoor was niet langer voldaan aan de voorwaarde dat er een hoger beroep aanhangig moest zijn om een voorlopige voorziening te kunnen treffen. De voorzieningenrechter verduidelijkte dat, hoewel het voldoende is dat er op enig moment hoger beroep is ingesteld, er op het moment van de aanvraag van de voorlopige voorziening een hoger beroep aanhangig moet zijn. Aangezien dit niet het geval was, werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door J.J.A. Kooijman, in aanwezigheid van griffier P.N. Rijnsewijn, en is openbaar uitgesproken op 7 augustus 2012.