ECLI:NL:CRVB:2012:BX3449
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor scootmobiel op basis van Wmo
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep op 1 augustus 2012 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. G.F. de Graaf, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem van 29 mei 2012, waarin haar aanvraag voor een scootmobiel was afgewezen. Het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad had eerder op 10 januari 2011 de aanvraag om een vervoersvoorziening in de vorm van een scootmobiel afgewezen en de collectieve vervoersvoorziening ingetrokken. Verzoekster stelde dat zij door het ontbreken van een adequate vervoersvoorziening niet kon deelnemen aan het maatschappelijk verkeer.
De voorzieningenrechter overwoog dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening. Hij verwees naar het medisch advies van Trompetter & Van Eeden, dat stelde dat verzoekster met de toegekende collectieve vervoersvoorziening (ACV) in staat was om van deur tot deur te reizen. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om een voorlopige voorziening kennelijk ongegrond was, en wees het verzoek af. De uitspraak werd gedaan zonder veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van het spoedeisend belang bij verzoeken om voorlopige voorzieningen en de voorwaarden waaronder deze kunnen worden toegewezen. De voorzieningenrechter stelde vast dat de procedure in de hoofdzaak niet onredelijk lang zou duren en dat verzoekster voldoende middelen had om haar zelfredzaamheid te behouden.