ECLI:NL:CRVB:2012:BX3403
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- A.I. van der Kris
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake arbeidsongeschiktheid en het protocol Whiplash Associated Disorder
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant, die in april 1996 wegens whiplashklachten na een auto-ongeval uitviel voor zijn werkzaamheden als zelfstandig aannemer. Appellant ontving een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), die in 2007 werd ingetrokken omdat zijn arbeidsongeschiktheid was afgenomen naar minder dan 25%. Appellant maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank Groningen bevestigde deze beslissing in 2008 en de Raad deed dit opnieuw in 2010.
Appellant verzocht in 2009 om herbeoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid op basis van het protocol Whiplash Associated Disorder. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van nieuwe feiten of omstandigheden die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigden. Appellant stelde dat het protocol nieuwe medische inzichten bevatte die relevant waren voor zijn situatie, maar de rechtbank en later de Raad oordeelden dat het protocol niet wezenlijk afweek van eerdere inzichten en dus niet als nieuw feit kon worden aangemerkt.
De Raad concludeerde dat de argumenten van appellant niet konden worden aangemerkt als nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden in de zin van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv bevoegd was om het verzoek van appellant om terug te komen op het eerdere besluit af te wijzen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing in het openbaar uitspraken op 13 juli 2012.