ECLI:NL:CRVB:2012:BX3213
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 juli 2012 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 1 mei 2012. In die eerdere uitspraak werd het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 6 december 2011 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellant heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing, wat heeft geleid tot een zitting op 11 juli 2012. Tijdens deze zitting zijn partijen echter niet verschenen.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen bevestigd dat de eerdere uitspraak van 1 mei 2012 terecht was, omdat appellant niet tijdig het griffierecht had betaald. De Raad heeft geen redenen gevonden om te oordelen dat de betalingstermijn niet was overschreden of dat de overschrijding appellant niet kon worden tegengeworpen. De stelling van appellant dat hij het griffierecht niet kon betalen, werd verworpen, omdat hij binnen de gestelde termijn geen verzoek om uitstel van betaling had ingediend.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door rechter H.J. de Mooij, in aanwezigheid van griffier P.J.M. Crombach, en werd openbaar uitgesproken op 25 juli 2012.